Tom Gallizia

eigenaar van Gallizia Deli en Bar Restorante Gallizia

23 november 2023

Gallizia is gewoon mijn achternaam. Mijn vader is Italiaans, mijn moeder Nederlands.

Mijn vader is, heel klassiek, achter een blonde vrouw aangereden die hij heeft ontmoet toen ze in Italië op vakantie was. Hij komt uit Arnasco, een klein bergdorpje met 400 inwoners in Ligurië. Tot mijn zesde had hij daar een restaurant, toen is dat verkocht. Dat vond ik jammer, het was altijd onze stop als we naar het strand waren geweest.

Ik ben een allemansvriend, dat heb ik van hem. Dat helpt wel in het ondernemerschap, als je makkelijk sociaal kan zijn. Ik ben ‘made in Italy, born in Deventer’. Sinds mijn achttiende woon ik in Amsterdam, ik heb eerst een koksopleiding gedaan, daarna Voeding en Diëtetiek aan de HvA. Toen ben ik een wijnwinkel begonnen in de Pieter Vlamingstraat, hier vlak bij de Dappermarkt. Regelmatig kwamen er marktkooplui wijn bij me drinken in de winkel. Dat mag natuurlijk niet, maar ik realiseerde me toen dat ik schenken leuk vond. Je kunt dan gelijk zien of mensen het echt lekker vinden. Maar om dat te kunnen doen, heb je dus eigenlijk een horecazaak nodig.

Waar in Amsterdam durf ik dat nog, vroeg ik me af? Omdat ik in Watergraafsmeer woonde, fietste ik vaak door de Javastraat. Dat leek me wel een toffe plek. Het was toen net die periode dat de straat aan het veranderen was. Op een dag belde een van die marktmensen me op en zei: Tom, ze hangen hier een te huur-bordje op in de Javastraat. In 2015 kon ik hier mijn Italiaanse restaurant openen op nummer 67. Dankzij de buurvrouw, die mij telkens heen en weer zag pendelen tussen mijn winkel en het restaurant, heb ik uiteindelijk ook het pand hiernaast kunnen huren en mijn winkel daarnaartoe verhuisd.

De Javastraat is een unieke straat, maar ik zou nog wel wat meer cohesie willen zien. Als ondernemers hebben we soms andere belangen: de supermarkt wil meer auto’s, ik wil liever een boulevard die autovrij is. Dat komt omdat we allemaal een andere doelgroep hebben. Ik snap die collega’s wel, hoor. Hun klanten komen boodschappen doen vanuit de andere kant van de stad en daar profiteer ik ook van, want die komen ook bij mij een kopje koffie drinken. Dus daar moeten we een middenweg in vinden.

Wij hebben geloof ik ook wel een buurtfunctie in de Indische Buurt. Er is best een grote vastegastenkring. Mensen die ’s avonds in het restaurant hebben gegeten komen de volgende dag koffiedrinken bij de deli. Ik denk dat het leuk is dat we een ‘eenpitter’ zijn en geen concept. Je kunt me hier 24/7 vinden. Mijn werknemers noemen me ook ‘disponibile’: ik ben altijd beschikbaar als ze iets nodig hebben.

Dat vind ik ook het leukste aan het ondernemen: het contact met de mensen. En we hebben toch in acht jaar tijd iets neergezet wat mensen leuk vinden. We zijn op een gegeven moment hoge witte sportsokken met Gallizia erop gaan verkopen en ik krijg telkens foto’s opgestuurd van mensen die ze aan hebben. Dat vind ik nog steeds supergrappig.”