Hicham Taouati
eigenaar van Ijs van Oost
23 november 2023
Toen ik als kind in de Javastraat kwam, was ik altijd een beetje bang voor de chaos in de straat. Er werd zoveel geschreeuwd, het was een soort markt.
Ik heb Marokkaanse ouders en ben opgegroeid in Noord, maar we gingen hier wel eens boodschappen doen. Later, tijdens mijn studie bedrijfseconomie, kwam ik hier regelmatig op bezoek bij vrienden. Toen zag ik ineens hoe mooi de straat was. Zeker nadat de straat opgeknapt was in 2008.
Toen ik klaar was met mijn studie zag ik het niet zitten om voor een ander werken. Maar ik was nog geen ondernemer, wel een echte ijsliefhebber. Ik had tijdens mijn scriptie heel veel ijsjes gegeten omdat ik van mezelf geen leuke dingen mocht doen met anderen. Ik dacht toen: hoe maken ze dit eigenlijk, kan ik dit zelf? Voor ik het weet stond ik hier.
Het ging heel snel. In 2014 kwam dit pand vrij en ik wist meteen: dit wordt het. De basiskennis van het ijs maken heb ik geleerd van een oudere man die ik had ingehuurd, later ben ik gaan finetunen en ontstond mijn eigen recept. Ik ben de jongste van zes, dan wil je je wel bewijzen ten opzichte van de rest. Misschien is daarom deze ijswinkel er gekomen. Dat ik wilde laten zien dat ik óók wat kon.
Mijn klanten zijn zo divers als de buurt is. Iedereen komt hier. De meest gestelde vraag die ik krijg is wat ik doe in de winter, soms hoor ik die wel vijftien keer per dag. Het antwoord is dat ik niks doe. Ik werk acht maanden per jaar zeven dagen per week zonder vakantie. Daarna ben ik vier maanden dicht. Om te herstellen. Mijn personeel zou zeggen dat ik een harde werker ben, ze kunnen de vlekken op mijn shirt zien. Ik maak hier ’s ochtends ijs tot een uur of drie. Dat is fysiek zwaar werk. Dan haal ik mijn kinderen uit school en breng ik tijd met ze door. In de avond ga ik weer naar de winkel om af te sluiten en op te ruimen.
Het mooiste is als ik hier ’s ochtends binnenkom en aan niemand iets verschuldigd ben. Dat is goud waard. Ik heb veel geleerd sinds ik hier zit. Ik ben als het ware volwassen geworden in de Javastraat, ik ben nu Marokkaanser dan ooit. Ik eet en drink met al die Marokkaanse ondernemers, hun humor heb ik hier opgedaan. De ramadan kunnen we hier ook gemeenschappelijk beleven. Er is niks onveiligers dan het gevoel dat je je moet aanpassen. Dat je niet past in het geheel. Dat heb ik in de Javastraat niet. Waar vind je nog meer zo’n straat? Dit is echt uniek.”